Hoe zet je de stap naar het buitenland?

Als je niet weet hoe je iets moet aanpakken, moet je het vragen aan iemand die het al een keer gedaan heeft. Dat was een van de eerste lessen die ik als ondernemer kreeg. Weinigen zullen weigeren je te helpen. Alhoewel, ik weet nog dat we in onze begintijd over wilden van een vof naar een bv. Een vriend van mijn broer had zo’n bv. Op mijn vraag hoe zoiets aan te pakken, antwoordde hij vol onbegrip: ‘Nou, je gaat naar een notaris en je richt een bv op.’

Beperkte thuismarkt
Datzelfde gevoel heb ik wanneer ondernemers mij vragen of ze ‘naar het buitenland’ zouden moeten. Want ja, wanneer je iets maakt, blijkt al snel dat onze thuismarkt erg beperkt is. We hebben niet het geluk van de Amerikanen. Sterker nog, rij hier een uur naar het zuiden of oosten en zakendoen is rigoureus anders.

Grenzen worden vager
Maar gelukkig zijn we als volk sterk internationaal ingesteld. Door onze geografische ligging en doordat we niet zijn opgegroeid met de gedachte dat ons land het grootste en het best is, kunnen we makkelijker schakelen dan anderen. We hebben op dit gebied daarom ook een unieke historie. Denk aan de VOC, maar ook aan Philips, C&A, Heineken en talloze anderen. In Europa zijn de grenzen weggevallen; dankzij het internet is alle informatie over potentiële klanten, distributeurs, medewerkers of concurrenten simpel te vinden. En tot slot zijn er talloze instanties en bedrijven die je kunnen helpen met de eerste stap. 

Tijd en aandacht
Toch ken ik veel verhalen van ondernemers die veel geld, tijd en aandacht hebben verloren aan een buitenlands avontuur. Een vestiging in Spanje, een klein kantoor in Duitsland of een ‘man of vrouw’ in New York. In de meeste gevallen was deze internationalisering een hobbyprojectje van de ondernemer zelf. Uiteindelijk blijkt dan de omzet gering, de aandacht die het vraagt meer dan verwacht en de cash die het slurpt buitensporig.

Een goede voorbereiding
Na ons eigen leergeld te hebben betaald snapten we dat het succes van internationalisering zit in de voorbereiding. Wij internationaliseerden uiteindelijk in acht maanden naar vijf landen. Dat begon met het aannemen van buitenlanders in Nederland. We maakten Engels al vroeg de voertaal en iedere vestiging werkte met hetzelfde centrale online ERP-systeem. De meeste aandacht ging echter naar de selectie van de eerste lokale man of vrouw – veelal een ambitieuze medewerker van een concurrent. Vervolgens vulden we die aan met een ervaren iemand uit Nederland. Via wekelijkse videocalls hielden we strak de vinger aan de pols, maar we lieten hen volgens lokale gebruiken en gewoontes de business ontwikkelen. Een beproefd concept. 

Dus, moet je naar het buitenland? Natuurlijk. Nederland is klein en de wereld is groot. Met een beetje voorbereiding kan het niet misgaan. Succes.

Dit fragment komt uit het boek Groter Groeien van nlgroeit-oprichter Kees de Jong. 

De do’s en don’ts bij internationaliseren

Kan je het bovenstaande filmpje niet goed zien, kijk dan op YouTube, ook voor de volledige aflevering van het journaal.

De zevende editie van het journaal nlgroeit gaat over internationaliseren. Kees de Jong van nlgroeit sprak met Rob van Nes van International Business Development Academy en Daniel de Lange van Easywalker.

De International Business Development Academy begeleidt Nederlandse en buitenlandse ondernemers en managers bij hun internationalisatie. Rob van Nes vertelt: “Bedrijven die gaan internationaliseren komen vaak met praktische vragen bijvoorbeeld over het openen van een bankrekening. Al pratende kom je dan tot de kern van het probleem.”

“Internationaliseren om substantie te bouwen.”

Easywalker maakt hippe kinderwagens en is op dit moment in meer dan 40 landen actief. Daniel de Lange nam dit bedrijf over in 2009. Hoe hebben ze de internationalisering aangepakt? “In de kinderwagen wereld is het absoluut noodzakelijk om te internationaliseren. Anders kun je geen merk, geen substantie opbouwen. Dan ga je meestal eerst met een distributiestructuur werken; met exclusieve distributeurs in verschillende landen. Die nemen ook voorraad af waardoor je een minder kapitaalintensieve entry hebt in die landen.”

“Proactief is dat je een selectie maakt van landen waar je de komende 5 of 3 jaar actief wilt zijn.”

Hoe kom je aan een distributeur? ” In onze industrie is er een aantal internationale beurzen. Dat is een heel goede plek. En je kunt daarnaast kijken van welke partners andere grote merken gebruik maken en kijken of je daarbij kan aansluiten.” Kijken wat je concurrent doet en dezelfde strategie volgen, is ook een van de opties die Rob van Nes aangeeft in zijn masterclasses. “Dat is het verschil tussen een reactieve en proactieve benadering. Reactief is op een beurs staan en wachten wie er aanbelt. Proactief is dat je een selectie maakt van landen waar je de komende 5 of 3 jaar actief wilt zijn en daar ga je heel gericht zoeken naar een distributeur. Dan ga je eens kijken met wie je concurrent of aanverwante bedrijven zaken doen. Dan ga je praten. Wie zijn de besten, wat zijn de ervaringen en dan kies je ze echt zelf uit.”

“Dan wordt het knijpen, duwen en dan is het lastig om succesvol te worden.”

Welke landen vielen erg mee? Wat was makkelijker, wat was moeilijker? Daniel:” Korea viel heel erg mee. Dat komt omdat de keten heel gezond is. Vanuit de fabriek waar de producten in China gemaakt worden tot en met de eindconsument kan iedereen een boterham verdienen. In de Koreaanse markt ligt het prijsniveau vrij hoog. Dat is erg gunstig, vooral als je met een distributeur ertussen wil werken. Landen waar de keten minder gezond is, minder winstgevend is voor de verschillende partners, daar is het lastiger. Dan wordt iedereen ‘uitgeknepen’. Italië is typisch zo’n land waar er een aantal sterke lokale spelers is. Daarnaast is er te weinig geld om te verdienen voor iedereen. Dan wordt het knijpen, duwen en dan is het lastig om succesvol te worden.”

“Kijken naar de winstgevendheid van het kanaal.”

Welke advies zou je hebben voor een ondernemer die moet kiezen uit al die verschillende landen? Waar moet je beginnen? Waar moet je op letten? Volgens Daniel speelt er een aantal factoren. “Natuurlijk de omvang van de markt en is daar de koopkracht voor het type product dat je hebt. Bijvoorbeeld Brazilië is wel een heel groot land maar er worden niet zoveel kinderwagens verkocht en die er worden verkocht, zijn laag geprijsd. Ik zou ook kijken naar de winstgevendheid van het kanaal, van de fabriek tot en met de eindklant.”

‘Culture eats strategy for breakfast’.

Ook cultuur is extreem belangrijk. “De Italiaanse cultuur is heel leuk om op vakantie te gaan, maar het is heel wat anders om met die mensen zaken te doen. Een Koreaan is heel correct, heel stipt. Het geld staat al eerder op de rekening dan dat je de factuur hebt gestuurd, bij wijze van spreken.” Rob van Nes vult aan:” Er is een uitdrukking ‘culture eats strategy for breakfast’. Dat zegt iets over het belang van cultuur. Als je kijkt naar waarom dingen misgaan bij internationaal zakendoen, dan is er heel veel terug te brengen op het onbegrip van elkaars cultuur.”

“Eerst moet er een relatie worden gebouwd en dat kost tijd.”

Wij Nederlanders zijn volgens Rob de vreemde eend in de bijt. “Er is in onderzoek een verdeling gemaakt in blauwe, gele en rode culturen. 90% van de bevolking op de wereld is geel of rood. Wij zijn heel erg blauw. We neigen om vanuit onszelf te denken en onze cultuur toe te passen. De gele en rode culturen zijn gebouwd op relatie. Bij ons werkt dat heel anders. Als wij bijvoorbeeld een hekel aan elkaar hebben maar jij hebt het product dat ik nodig heb voor de prijs die ik wil betalen, dan doen wij zaken. Dat is in de rest van de wereld bijna ondenkbaar. Eerst moet er een relatie worden gebouwd en dat kost tijd. Dat is niet 1 bezoek, dat zijn 3,4,5, 10 bezoeken voordat je zover bent.”

“Je kan jezelf kapot groeien daar.”

Wat zijn de ervaringen van Daniel met Amerika? “Amerika is typisch zo’n land waar je op voorhand van denkt daar is alles mogelijk. We kennen de verhalen. Het is een ontzettende moeilijke markt. Ook cultureel denk ik dat wij ons daar zwaar kunnen vergissen. Er is wel een aantal grote verschillen op te merken. De omvang van het land is tegelijkertijd ook de bedreiging. Je kan jezelf kapot groeien daar. Uiteraard ook de wetgeving met kinderwagens en je moet voor grote bedragen marketing bedrijven. Ook is er logistiek veel te doen. In ons geval is de prijs van kinderwagens ook nog eens 20% lager dan hier in Europa. Dan heb je een veel lastigere winstgevende keten.”

“Als een Chinees terug komt uit Europa vraagt zijn baas wanneer hij weer gaat.”

Wat moet je wel doen? Wat moet je niet doen? De tips van Rob en Daniel.
Rob:” Investeer in relaties. Investeer in het vertrouwen in je business partner.”
De ‘niet-doen’ van Rob: “Te snel willen gaan. Als een Nederlander terug komt uit het buitenland, vraagt zijn baas hoeveel orders hij heeft. Als een Chinees terug komt uit Europa vraagt zijn baas wanneer hij weer gaat. Dat is een groot cultureel verschil.”

“Wij Nederlanders denken dat we het wel kunnen, maar dat klopt niet altijd.”

Daniel:” Focus. Kies een paar landen goed. Wordt daar ook echt goed in en kijk dan of je het kan uitrollen.”
Niet doen: “Overschat jezelf niet. Wij Nederlanders denken dat we het wel kunnen, maar dat klopt niet altijd.”

“Met voor het peloton uit fietsen win je niet”

Kees de Jong praat met Sander over hoe een echtscheiding van je ouders uiteindelijk leidt tot het grootste echtscheidingsbedrijf van Nederland. Wat als je ontdekt dat jij zelf het succes in de weg staat. En hoe je door het Robin Hood-principe extreem snel kan groeien.

Niets is leuker dan ondernemers helpen

Robuuste groei toegevoegde waarde in het mkb

Het gaat op dit moment goed met het mkb en met veel ondernemers. In het niet-financiële midden- en kleinbedrijf (mkb) groeide de toegevoegde waarde met 5,4 procent en de werkgelegenheid met 2,9 procent. Desalniettemin zijn er al ook signalen die wijzen op knelpunten.

Daling investeringen

Conjunctureel gaat het goed, structureel kan en moet het beter, aldus het Comité. De afvlakkende productiviteitsgroei is een punt van zorg, vooral bij kleine bedrijven. Veel microbedrijven (2-9 werknemers) en kleine bedrijven (10-49 werknemers) groeien niet door. Het bruto binnenlands product is gegroeid, maar de bedrijfsinvesteringen blijven achter. Dat heeft negatieve gevolgen voor de groei van de arbeidsproductiviteit, die nodig is om structureel te groeien. Volgens het Comité valt er, zolang er grote verschillen tussen bedrijven bestaan, nog veel winst te boeken. In wielertermen: het ‘peloton’ moet inlopen op de ‘kopgroep’.

Vernieuwing managementpraktijken

Het Jaarbericht 2019 laat zien dat investeringen lonen. Succesvolle en groeiende bedrijven steken geld en energie in de vernieuwing van hun managementpraktijken, in de vaardigheden van hun mensen, in slimme product- en procesinnovaties, in digitalisering en in het vergroten van de afzetmogelijkheden door marketing en door internationalisering. Goddijn: “Het succes en dus de vergroting van de productiviteit schuilt vaak niet zozeer in nieuwe technologie, maar vooral in de manier waarop een onderneming wordt geleid.”

Leven lang ontwikkelen

Het Comité vraagt bijzondere aandacht voor investeringen in mensen, voor het ontwikkelen van medewerkers en de versterking van de relatie tussen mkb en onderwijs. Goddijn: “We zien dat slechts 14 procent van de werknemers in het microbedrijf aan bijscholing en omscholing doet. Hoe kleiner het bedrijf, des te minder wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van medewerkers. Wij moeten niet vergeten: investeren in je medewerkers is ook goed voor je bedrijf!”

Gezonde dynamiek

Het Comité ziet een belangrijke taak voor overheden in het bevorderen van een gezonde dynamiek, met voldoende mogelijkheden voor bedrijven om door te groeien. Zij dienen niet ontmoedigd te worden om werknemers in vaste dienst te nemen. Het belang van ondernemerschap stelt niet alleen eisen aan het fiscale regime maar ook aan de regels voor de arbeidsmarkt. Daarbij kampen kleinere ondernemingen met eigen problemen; zo beschikken ze over minder tijd en capaciteit voor een strategisch personeelsbeleid. Deze specifieke problemen vragen in de ogen van het Comité om een specifieke aanpak.

Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap is ingesteld om de duurzame groei van het midden- en kleinbedrijf te bevorderen. In het Jaarbericht Staat van het MKB geeft het Comité een analyse en duiding van de trends en ontwikkelingen. Daarvoor werkt het samen met het CBS. Op de (vernieuwde website www.staatvanhetmkb.nl zijn de feiten en cijfers over het mkb te vinden. Het Comité heeft de volgende leden: Harold Goddijn (voorzitter), Hare Majesteit de Koningin Máxima, Barbara Baarsma, Diederik Laman Trip, Meiny Prins en Occo Roelofsen.

Een mentor kijkt met andere ogen naar je business

Mom in Balance bestaat sinds 2008 en is uitgegroeid tot een internationale franchise organisatie met een hoofdkantoor met 12 medewerksters, 35 Franchiselocaties en 220 trainsters. “hoe kunnen we een online community maken? Esthers groeivraag was concreet: hoe kunnen we een online community maken? Voor Esther was het dan ook snel duidelijk dat ze haar groeidoelen graag zou bespreken met Paul Manuel van TamTam. Dit bedrijf dat sinds 1996 bestaat is uitgegroeid tot een van de grootste full-service internetbureaus van Nederland met 130 medewerkers.

“Iemand die niet bekend is met je concept, kijkt met andere ogen.”

“Het was heel leuk om eens iemand van buiten naar je business te laten kijken. Iemand die helemaal niet bekend is met het concept, kijkt toch met heel andere ogen.  Zeer waardevol vind ik dat,” vertelt Esther. “Daarnaast was het ook lekker praktisch en laagdrempelig. Paul heeft mij echt vanuit zijn ervaringen en kennis een aantal tips en inzichten kunnen geven. Ik ga het opzetten van het platform nu anders aanpakken dan ik eerst van plan was. Zelfde geldt voor de ontwikkeling van de app. De inzichten die ik heb opgedaan ga ik zo snel mogelijk met mijn team delen.”

“Het gesprek heeft me veel energie gegeven.”

Ook Paul kijkt terug op een leuke gesprek  en goede ervaring. “Het was heel leuk om kennis te maken met Esther en haar bedrijf Mom in Balance. Haar vraag over het online bouwen van een community vond ik verrassend concreet. We hebben van alles besproken over het verder ontwikkelen van je merk, het breder betrekken van je doelgroep en de middelen die je daarbij kan inzetten. Het gesprek heeft me veel energie gegeven.”

Boekentips herfst 2020

Dolf Kos: From Hero to Zero
In dit boek vertelt gedreven ondernemer en mentor bij nlgroeit, Dolf Kos hoe hij steeds inspringt op gaatjes in de markt en hierop verder bouwt. Hoe zijn omzet blijft groeien en het aantal medewerkers ook. Soms gaat dit zelfs zo hard dat het bijna niet meer bij te benen is. Toch gaat zijn bedrijf uiteindelijk failliet. ‘From Hero to Zero’, zoals Dolf dat zelf concludeert. “Ondernemers denken vaak dat hun bedrijf en problemen die ze ondervinden uniek zijn. Dat is een illusie. Veel problemen horen bij een bepaalde grootte en groei die je als bedrijf doormaakt”, aldus Dolf. Aan de hand van zijn verhaal laat hij zien welke problemen onvermijdelijk zijn, maar ook hoe hij problemen oploste en uiteindelijk overwon. De verschillende groeifases en wat daarbij komt kijken komen aan bod, en dat is niet alleen geruststellend, maar biedt ook kansen om nog beter te worden dan dat je nu al bent.

Marc Van Eck & Markward van der Mieden: Groeiversnellers
Je bent een ondernemer met groeiambities. Als je denkt dat alles goed en lekker loopt, kom je de volgende barrière tegen. Alhoewel dit misschien een unieke uitdaging lijkt, is dat vaak niet zo. In dit boek beschrijft nlgroeit mentor Marc van Eck samen met Markward van der Mieden welke vijf groeifasen met bijbehorende uitdagingen en groeipijn je als ondernemer tegen kan komen. Door het benoemen van inspirerende voorbeelden bieden ze vijftig breekijzers om zo de groei van je bedrijf te versnellen en door de barrières heen te breken.

Laurens Hoekstra & Marc Cloosterman: Future Proof Your Brand
Het boek ´Future-Proof Your Brand’ geschreven door nlgroeit-mentor Laurens Hoekstra en Marc Cloosterman beschrijft hoe belangrijk het beheren van een merk is. Waar veel bedrijven zich focussen op merkstrategie en het toepassen daarvan, laat het boek zien dat een duurzame implementatie en beheer van het merk net zo belangrijk is. Met meer dan 25 jaar internationale ervaring beschrijven de auteurs in dit boek hoe je een duidelijk overzicht creëert van de overwegingen en processen die betrokken zijn bij het verbeteren en veranderen van een merk.   

Sprout: Bouw een killerstrategie
Een oude bekende, maar ook in deze editie van boekentips komt de Sprout groeigids weer terug. Dit keer een iets oudere editie uit oktober 2019, waarin Alex van der Hulst en de redactie van Sprout in dit boek wetenschappelijk inzichten, tools en methodes met de learnings van ervaren ondernemers combineren. Het boek begint met een inspirerend voorwoord van nlgroeit mentor Michiel Muller, oprichter van Picnic, waarin hij vertelt over zijn strategie. Hiernaast komen ook Jeroen Doorenbos en  Jeroen Elkuizen van Belsimpel, Hans Scheffer van Helloprint, Marjolijn Meijer van Urban Gym Group en Bram de Zwart van 3D Hubs aan het woord hoe zij hun strategie hanteerden. Samen met de groeiexperts van nlgroeit, EYnovation, GoFastForward en Erasmus Centre for Entrepreneurship laat Sprout zien hoe je het wilde beest temt dat groei heet.

Ricardo Semler: Semco-stijl
Ben jij geen fan van vaste werktijden en andere verplichtingen? Dit boek geschreven door Ricardo Semler laat een hele nieuwe manier van werken zien. Ricardo is president-directeur van het succesvol Semco S/A en is wereldwijd beroemd om zijn ongebruikelijke werkomgeving. De Semco-stijl: een nieuwe, menselijke, productieve, stimulerende manier van werken wat in alle opzichten loont.  De ondernemer en bestsellerauteur negeert alle gebruikelijke regels van organisaties en hanteert zijn eigen aanpak en doet dat met succes. Chiel Kraai, mentee bij nlgroeit en binnenkort mentor raadt dit boek dan ook zeker aan om andere ondernemers te inspireren.

Veelgestelde vragen over de WHOA – Centraal Beheer

Wanneer kan ik de WHOA gebruiken?

Je kunt gebruik maken van de WHOA als er een faillissement dreigt binnen ongeveer 6 tot 12 maanden. De hoogte van jouw omzet maakt daarbij niet uit. Het doel van de WHOA is om schulden te verminderen zodat je bedrijf weer levensvatbaar is in de toekomst. Daarom is het belangrijk om de WHOA op tijd in te zetten.

In sommige gevallen kan je geen gebruik maken van de WHOA, bijvoorbeeld als:

 
– er geen sprake is van een dreigend faillissement
of
– je schulden hebt door personeelskosten.

Benieuwd naar alle veelgestelde vragen over de WHOA? Bekijk ze hier.

Content over internationaliseren

Heb jij vraagstukken rondom internationaliseren?

Ben je ondernemer en heb je een minimale omzet van een miljoen euro? En heb je behoefte om te sparren met een mentor over alles waar je tegenaan loopt rondom internationalisering? Maak dan een keuze uit één van de 400+ beschikbare mentoren met deze expertise. Deze mentoren kunnen jou handvatten bieden die je verder op weg helpen.
 
Interesse? Bekijk de profielen van de beschikbare mentoren, selecteer op basis van jouw behoefte een mentor naar keuze. Op de persoonlijke pagina’s van de mentoren kun je de mentor aanvragen. Na aanmelding matchen de matchmakers van nlgroeit je binnen drie werkdagen met de mentor naar keuze. Vervolgens kun je contact opnemen met de desbetreffende mentor. Alle communicatie vindt uiteraard op gepaste afstand plaats, telefonisch of via videobellen.  

Survey ‘Accounting for Scale-ups’

Jij, als (financieel) verantwoordelijke voor je organisatie, kunt de survey hier invullen. Met de verzamelde gegevens wordt vertrouwelijk omgegaan; het zal niet mogelijk zijn om individuen of individuele organisaties te identificeren. De antwoorden worden in geanonimiseerde vorm gebruikt in een onderzoeksproject van de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam, als ook door nlgoeit. Er zijn geen goede of foute antwoorden; het onderzoek is beschrijvend van aard. Invullen van het survey duurt ongeveer 15 minuten.

Na verwerking van de resultaten ontvang je, als je je naam en email adres achterlaat, een eindrapportage. Deze rapportage bevat een benchmark van jouw organisatie met de resultaten van andere scale-ups, zodat je kunt beoordelen hoe het performance management systeem en business development en business development functies zich verhouden tot die van andere organisaties.

Met het invullen van de vragenlijst help je ons onderzoek, als ook je eigen organisatie; we zijn je daarom zeer erkentelijk voor je hulp!

Met vriendelijke groet,

Erik Stam (Utrecht University School of Economics), Frank Verbeeten (Universiteit van Amsterdam) en Kees de Jong (nlgroeit)