In een interview met Karin Vink, medeoprichter van het Nederlandse damesmodemerk Femmes du Sud, duiken we dieper in de impact van Het Groeicollege op hun bedrijf. Karin deelt haar inzichten over hoe het programma heeft bijgedragen aan het versterken van de groeiambities van Femmes du Sud en het vormgeven van hun toekomststrategieën. 

Kun je iets kunnen vertellen over je bedrijf en je groeiambities?

11 jaar geleden zijn mijn partner Annemiek en ik begonnen met Femmes du Sud, een fashion label voor vrouwen in het midden/hoog segment.

Ons hoofdkantoor is gevestigd in Breda. We produceren in Europa, in 5 verschillende landen, en werken samen met veel verschillende partijen. Op dit moment hebben we 80 verkooppunten in Nederland en zijn we onlangs in januari gestart in Duitsland. Daarnaast hebben we een goedlopende webshop.

In onze branche heb je eigenlijk maar 2 keer per jaar de kans om te groeien, namelijk wanneer er een nieuwe collectie uitkomt en je probeert om meer retailers aan te trekken. Dus dat is altijd maar een heel kort venster waarin je nieuwe business kunt genereren. Dat maakt het altijd spannend. Het hangt echt af van of de collectie goed is en of nieuwe retailers bereid zijn om op dat moment in te stappen. Duitsland is een nieuwe markt voor ons. We hebben nu de eerste 6 verkooppunten en willen daar binnen 2 jaar 25 tot 30 verkooppunten van maken.

Tijdens het Groeicollege schrijf je een groeiplan. En toen ik het groeiplan schreef, hadden we 65 verkooppunten en schreef ik heel enthousiast dat we dit jaar naar 80 wilden gaan. En afgelopen januari hebben we dat doel van 80 bereikt. Dus we hebben inmiddels de groeiambitie van het Groeicollege alweer wat bijgesteld. We zitten wel in de selectieve distributie. Dus het is niet zo dat we nu naar 200 verkooppunten gaan. Ik denk dat als we er nog 20 bij zouden krijgen in Nederland, dat Nederland dan eigenlijk wel gedekt is. En dan gaan we ons vooral richten op buiten Nederland, dus op Duitsland in dit geval. Dat stond ook heel duidelijk in mijn groeiambitie: groeien naar 80 en nu dus naar 100 winkels. En dan Duitsland erbij aan te sluiten.

Karin Vink Femmes du Sud Groeicollege winnaar

Je gaat internationaal met je onderneming, hoe heb je dat aangepakt?

Dat is helemaal niet zo makkelijk, want je hebt agenten nodig in het buitenland. Wij kennen de Duitse markt helemaal niet voldoende. We hebben wel een idee welke soort winkels bij ons passen en welke doelgroep, maar we kennen de markt onvoldoende om daar zelf met de verkoop te starten. En we hebben gekozen voor een deelgebied, Noordrijn-Westfalen, dat ligt dicht bij Nederland en heeft alleen al vijf miljoen inwoners. Dus dat is een heel grote regio van Duitsland, waar wij na een aantal gesprekken een hele fijne agent hebben gevonden die meer Nederlandse merken vertegenwoordigt. Dus wij passen heel goed in haar portfolio.

En dan laten we een extra sample collectie maken, zodat zij in haar showroom ook de collectie heeft. Hierdoor kan zij haar bestaande klanten, die al andere merken van haar afnemen, kennis laten maken met onze collectie en hen enthousiasmeren. Maar dat is een vrij lange weg. Als je kijkt naar onze geschiedenis van bijna elf jaar, en naar wat experts zeggen, het opbouwen van een merk duurt gemiddeld tien jaar. Dus het is niet realistisch om te verwachten dat we binnen een jaar de Duitse markt volledig veroveren. We hebben dus wel wat geduld nodig om dit te bereiken.

Wat voor tip zou je geven aan andere ondernemers als zij internationaal willen gaan?

In ons geval draait het natuurlijk om de vraag welke doelgroep we in Nederland hebben, wat voor soort retailers. Dus dan heb je iemand nodig die vergelijkbare retailers bedient, die bekend is met de markt en echt begrijpt hoe het eraan toegaat in Duitsland. En dat geldt eigenlijk voor elk land. Maar ik denk dat je naast een specialist moet vinden in het land waar je wilt verkopen, iemand die goed op de hoogte is van de markt en jou kan adviseren en ondersteunen. Ik zou zelf geen kantoor openen in Duitsland om daar de markt te gaan verkennen. Dat lijkt me geen goed idee.

Wat motiveerde je om deel te nemen aan het Groeicollege?

Ik zit ook in het bestuur van INretail (brancheorganisatie voor ondernemingen in de retail). En INretail had een onderzoek uitgezet bij de Erasmus Universiteit. Hiermee zijn ze aan de slag gegaan, samen met nlgroeit. Ze zijn gestart met een onderzoek: wat is een rendabel businessmodel voor de toekomst? De retail verandert enorm en hoe kun je als ondernemer nog winst maken in de toekomst? Een onderdeel van dit onderzoek was ook het Groeicollege. Ik zit in de commissie die zich bezig houdt met het onderzoek van Erasmus dus dat was de eerste aanleiding.

Ik wilde gewoon weten hoe het Groeicollege eruitziet en of het iets is wat wij onze ondernemers, de leden van INretail, kunnen aanbevelen. Daarnaast was het voor mijn eigen bedrijf een mooie kans om mijn ideeën te toetsen op kwaliteit en haalbaarheid.  Ik wilde eens stilstaan bij al mijn ideeën, ze echt toetsen op kwaliteit en haalbaarheid, en ook mijn team meekrijgen. Want in het Groeicollege lag enorm de nadruk op samenwerken. Niet alles alleen doen, maar je team erbij betrekken en zorgen dat iedereen gemotiveerd is. Dat was voor mij een hele goede reden om deel te nemen.

Hoe heeft het Groeicollege jou geholpen bij het ontwikkelen van je groeiplan?

Het is niet zo dat ik ontzettend veel nieuwe kennis heb opgedaan, want veel van de informatie was eigenlijk al min of meer bekend. Dat viel me wel op. Maar tegelijkertijd was het vooral de structuur van de kennis en hoe je die kon toepassen op je eigen bedrijf wat zo interessant was. Iedereen leest van alles en ziet van alles voorbijkomen, dus de kennis die werd gedeeld, of het nu ging over de customer journey of gezond groter groeien; het werd heel gestructureerd gepresenteerd. Het was ook heel praktisch om die kennis toe te passen op mijn eigen bedrijf.

Dus het gaf niet zozeer hele nieuwe inzichten in kennis, maar het was wel heel fijn en praktisch toepasbaar op mijn eigen bedrijf. Wij hadden ook een hele leuke groep ondernemers tijdens het Groeicollege. We kwamen iedere twee weken echt live bij elkaar en besteedden dan een avond aan het programma. Zelfs nog voordat we het hele groeiplan moesten inleveren, hebben we een hele dag met elkaar doorgebracht. We hebben elkaar bevraagd en besproken, en dat vond ik ook een heel leuk onderdeel van dit programma. Gewoon met gelijkgestemden uit hele andere branches, maar uiteindelijk hebben we als ondernemers allemaal dezelfde uitdagingen.

Kun je een voorbeeld geven van een specifiek aspect van het programma dat je bijzonder waardevol vond voor jouw bedrijf?

Ik had een hele leuke sessie. Dat ging eigenlijk over wat je moet doen als je een nieuw idee hebt. Er werd verteld dat je dan niet direct een heel plan moet uitschrijven, maar dat je eerst jezelf drie vragen moet beantwoorden. Heeft het een vliegwielwerking voor je eigen bedrijf? Zitten de klanten erop te wachten? En heb je het in huis of kun je het inkopen of huren?

Dat vond ik heel leuk, want je kunt allerlei plannen bedenken, maar als het niet helpt je bestaande business vooruit te helpen, dan loop je het risico om te veel af te wijken en verlies je je focus. Dus dat vind ik een heel fijn hulpmiddel, die drie vragen.

Uiteindelijk had ik in die sessies zes ideeën waarvan er maar drie zijn overgebleven na deze sessie. Want de tweede vraag is: zitten je klanten erop te wachten? Normaal gesproken maak je een plan en ga je het aan de markt presenteren om te kijken of je klanten erop zitten te wachten. Maar zij daagden me uit om gewoon een idee te testen zonder iets op papier te zetten. Dus bel gewoon een aantal klanten op wat zij ervan zouden vinden. Dus ik heb bij één van de ideeën ook echt een klein marktonderzoek gedaan met 60 reacties. En het grappige was dat sommige aannames helemaal niet klopten, maar het was toch een goed plan om een hele andere reden. Dus dat was ook interessant.

Ik ben echt een pragmaticus, dus ik vind het heel fijn als je iets praktisch leert wat je meteen kunt toepassen. Dus dat vond ik in ieder geval heel waardevol. Je voorkomt zo lange trajecten die nergens toe leiden. Dan heb je heel snel de juiste koers te pakken als je deze drie vragen kan beantwoorden.

Welke impact heeft het Groeicollege gehad op de groei van je bedrijf sinds je deelname?

Wat ik heel interessant vond was dat je je bewust wordt van je groei en het echt op papier gaat zetten en visualiseren.

Ik ben altijd van mening dat als je duidelijk voor ogen hebt waar je naartoe wilt groeien, dat het een goede focus geeft en bijna alleen al dat zorgt ervoor dat je groeit. Toen ik in oktober begon met het groeiplan moesten we snel onze groeiambities neerzetten. Ik was hier al samen met ons team mee bezig. Hoe gaan we dat realiseren?

Natuurlijk zijn we niet van 65 naar 80 gegroeid in twee maanden tijd alleen door het Groeicollege, maar ik ben er wel van overtuigd dat als je allemaal de neuzen dezelfde kant op hebt en je hebt het heel duidelijk opgeschreven en op het prikbord opgehangen, dat dat alleen al effect heeft.

Daarnaast vond ik het ook leuk dat je je team veel meer moet betrekken. Ik heb een aantal groeisessies bij ons in het bedrijf gepland, de eerste al gehad waarbij we samen mijn groeiplan hebben doorgenomen. En nu is het idee dat we elke vier weken een ander onderdeel oppakken, eigenlijk zoals het Groeicollege ook is opgebouwd. Dus dat we kijken naar sales of naar marketing en dergelijke. En dan aan de desbetreffende collega’s vragen: ben je het hiermee eens? Wat is het potentieel? En wat heb je nodig om dat te bereiken? Dus dat vind ik echt een heel concrete output van dit programma.

Zou je het Groeicollege aanbevelen aan andere ondernemers?

Ik zou het zeker aanbevelen, want het geeft een fijne focus in een compact tijdsbestek. Ik had ook een hele gevarieerde groep ondernemers die twee weken bij elkaar kwam. Dus daar valt of staat het ook wel voor mij mee dat je een groep hebt waar je mee kunt sparren. Ik zou iedereen adviseren om ook echt live bij elkaar te komen, want dat deed niet iedereen. Maar ik denk dat het heel waardevol is. En de betrokkenheid van de groep was ook heel interessant, omdat we elkaars opdrachten moesten lezen, wat best veel werk is als je met z’n vijven bent. En je moest je eigen plan maken en opdrachten maken, en dan nog die van de andere vier lezen. Dat hebben we allemaal heel consequent gedaan. Dus dat maakte echt wel dat iedereen elkaar echt op inhoud kon adviseren en kritisch kon bevragen.

En ik heb wel gezegd dat het programma werkt, maar alleen als je echt een aantal maanden de tijd neemt om hierop te focussen. Het is vrij intensief. En je moet ook wel bereid zijn om kennis en data te delen. Het is heel belangrijk als je dit doet, dat je van tevoren realiseert dat je ook bedrijfsinformatie met elkaar deelt. Wat is je omzet, wat zijn je KPI’s, waar wil je naartoe? We hebben dat allemaal met elkaar gedeeld en dat is best gevoelige informatie. Maar goed, dat vertrouwen was er. En dat maakt het extra interessant. Anders heb je het idee van een ander bedrijf, “Ik wil 20% groeien.” Gaat het over 2 euro, of gaat het over 2 miljoen? Waar heb je het dan over? Dus dat was ook heel fijn, dat die vertrouwensband er was om de informatie met elkaar te delen.

Een van de deelnemers in mijn groep kwam erachter, door de gesprekken en opdrachten, dat ze helemaal niet meer zo zeker was van haar ambities. Of ze nou wel op de juiste weg was. En toen heeft ze dat ook met ons gedeeld. En uiteindelijk is het resultaat dat ze weer veel steviger het vervolgtraject ingaat. Dus dat vond ik ook heel mooi om te zien dat als je je kwetsbaar opstelt, dat je er dan heel veel voor terug krijgt.

Heb je nog advies voor andere ondernemers die hun bedrijf willen groeien?

Neem een aantal keer per jaar echt de tijd om samen met je team kritisch naar je bedrijf te kijken. Want dat kwam ook elke keer bij Kees terug. Hij zei bijvoorbeeld dat als je heel klein bent als ondernemer, dan doe je alles zelf en dat is leuk. En dan komen de mensen erbij. Je vergeet bijna in het proces om die dan mee te nemen. Je vindt ze in het begin misschien zelfs lastig, want je bent zelf veel sneller. Ik vond het grappig dat hij dat zei, dat je dan je mensen gaat micromanagen. Dat moet je ook helemaal niet doen.

Het Groeicollege is een heel mooi proces waar je eigenlijk doorheen gaat om te ontdekken wat voor soort bedrijf je bent. Dus dat zou wel echt mijn tip zijn voor andere ondernemers. Neem echt de tijd om kritisch naar je bedrijf te kijken. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? En wat heb je er dan voor nodig om met elkaar die kant op te gaan? En ik heb ook nog genoteerd dat je als ondernemer zo snel geneigd bent om hard te rennen dat je soms vergeet om stil te staan. Dat is echt wel wat ik voor mezelf heb geconstateerd ook. Dus daar was het Groeicollege ook heel geschikt voor, om even stil te staan.