Ondernemerslessen #2, groeiambitie

Ondernemerslessen #2 Groeiambitie

In aflevering 2: Groeiambitie. Voor Marnix is groei een ontwikkeling, voor René essentieel en voor Petra geen doel op zichzelf. Jasper is een ondernemer die altijd wil groeien. Terwijl groei bij Tatjana in het begin juist voor hoofdpijn zorgde. Het zorgde voor meer zorgen en verantwoordelijkheid.

Is geluk hebben een belangrijke factor als het gaat om groei? Daar geloven deze ondernemers niet in. Groei is hard werken, kansen creëren, een authentieke manier van werken en het ontbreken van pech.

Natuurlijk zijn er tegenslagen, niet alle kansen slagen. Dit is een onderdeel van het ondernemerschap. Als ondernemer ga je niet bij de pakken neerzitten. Je zoekt een andere oplossing, neemt een moeilijke beslissing of je hakt een knoop door.

De grootste uitdaging voor de toekomst is volgens Raymond om een cultuur te ontwikkelen waarvan professionals zeggen:

“Dit is het bedrijf waarvoor ik wil werken.” 

 

 

Van explosieve groei, naar coronacrisis en innovatieve ideeën

Het internettijdperk

1998, het tijdperk waarin internet mondjesmaat zijn intrede doet. Van den Brink is 21 jaar en studeert aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Op de universiteit krijgen ze voor het eerst internet. Een wereld gaat voor hem open. Internet biedt tal van mogelijkheden voor hotels, auto’s restaurants, kunst etc. Hij kiest voor restaurants zonder te weten wat een goed restaurant definieert of wat een Michelinster betekent. “Dat leek me leuk, dus ik ben gewoon begonnen.”

Hij schrijft zijn bedrijf in bij Kamer van Koophandel en gaat van start. “In eerste instantie was Diningcity een soort van Funda maar dan voor restaurants. Zij betaalden een vast bedrag om op de website te staan. Na verloop van tijd is Diningcity een soort Booking.com geworden waar je restaurants kan reserveren, en waar we altijd de beste deals aanbieden voor het top en midden segment.”

Van den Brink geeft toe dat geluk aan zijn kant stond bij de start van zijn bedrijf. Zijn allereerste klant is niemand minder dan Joop Braakhekke, de bekende televisiekok en restauranthouder van Le Garage in Amsterdam. Daarna volgt het Amstelhotel waar ze wel benieuwd zijn naar ‘het internet’ en hoe ze dit kunnen inzetten. “Ik heb heel veel geluk heb gehad met de restaurants die ik heb benaderd, want dat waren allemaal heel goede Amsterdamse restaurants. En ik had het voordeel van de kennis van het internet. Niemand in die tijd wist wat internet was. Ik kon het hun uitleggen en ook nog eens installeren als ze dat wilden.”

Groei

De groeicurve die Diningcity doormaakt, kenmerkt zich door twee belangrijke momenten. Ten eerste start Van den Brink met een franchiseconstructie. Het technische aspect van het platform houdt hij bij zichzelf. De sales en het aanhaken van nieuwe restaurants laat hij over aan de lokale franchisenemers. “Zo creëerden we een schaalvoordeel. Onze IT-kosten bleven nagenoeg gelijk maar er kwamen veel meer restaurants bij.”

Hoewel Diningcity onder restaurants steeds meer naambekendheid verwierf, was dat niet zo onder het publiek. Daar heeft Van den Brink in 2007 wat op bedacht: de nationale restaurantweek. Het concept komt oorspronkelijk uit New York. Het idee is dat een restaurant één week lang een prachtig menu aanbiedt voor een lagere prijs. “Ik ben met dit idee een restaurant binnengestapt en heb gewoon gevraagd, wil je meedoen? Zo eenvoudig begon het en steeds meer restaurants sloten zich aan.”

“Wat de Iphone voor Apple was, is de restaurantweek voor ons geweest.”

Uitdagingen

De omzet explodeert. De enige manier om met korting bij een sterrenzaak te eten is tweemaal per jaar via Diningcity. Iedereen in heel Nederland doet mee. Iedereen heeft het over de restaurantweek. De groei brengt echter een aantal uitdagingen met zich mee. IT is er zo een. De servers kunnen het aantal bezoekers op de website niet aan. “Elke keer dat we een nieuw restaurant online zetten, kwam er zoveel traffic dat de servers er weer uit vlogen. We zetten onze wekkers om half 3 ’s nachts om restaurants online zetten, die vervolgens om 8 uur in de ochtend al volgeboekt waren.” Bovendien haakten steeds meer restaurants aan. Al die restaurants en niet te vergeten consumenten hadden ook vragen. Dus het opzetten van een supportdesk was al snel het gevolg. Toendertijd allemaal via de telefoon. Tegenwoordig via e-mail en chat.

Corona

15 maart 2020, de horeca moet de deuren sluiten. Op 16 maart zou de restaurantweek van start gaan. Een week waar maanden werk in heeft gezeten. Een week die goed is voor 30% van de jaaromzet van Diningcity. Alle kosten voor dit event zijn nagenoeg al in februari gemaakt. De restaurantweek gaat in rook op en in totaal verwerken van den Brink en zijn team 150.000 annuleringen.

Diningcity is een internationaal platform dus Van den Brink zag Corona aankomen. “Ik zit ook in Honkong en China, daar hadden we hetzelfde probleem, dus in januari ging daar alles dicht. Halverwege februari waren de eerste besmettingen in Lombardije (Italië). Ik zei toen tegen mijn team dat ik vermoedde dat corona naar Nederland zou komen en dat we in een lockdown terecht zouden komen. Mijn team was verbaasd. Iedereen verklaarde me voor gek. Maar vier weken later was het zover. ”Op dat moment staat het in contact blijven met het team bovenaan het lijstje. Van den Brink had op voorhand al een plan gemaakt en organiseerde elke dag meetings om het teamverband vast te houden.

Overleven

Met de horeca dicht, probeerde van den Brink samen met zijn team nieuwe concepten te verzinnen. Zo proberen ze eten thuis te bezorgen en restaurantboxen te leveren. Dit blijkt uiteindelijk niet bij hun te passen. Hun bezoekers zijn gewend om restaurants te reserveren en niet om maaltijden af te halen, dus daar stoppen ze vrij snel weer mee.

Ondertussen brengt de situatie zware gevolgen met zich mee. Van den Brink probeert de kosten te minimaliseren en maakt gebruik van de NOW-regelingen. Maar toch neemt hij noodgedwongen afscheid van een aantal teamleden. Zijn team gaat van 20 mensen naar 10. “Het is lastig om buiten je schuld om mensen te ontslaan. Dat voelt als je eigen ledematen amputeren.”

Hoewel de horeca in de zomer de deuren opent, ziet van den Brink daarin geen oplossing. Restaurants mogen maar maximaal 30 mensen laten plaatsnemen. Hij en zijn team focussen zich daarom op september, met een XXL-editie van de restaurantweek. “De aantallen die week waren bizar. In september leek het wel alsof het normale leven weer begon. Dus mensen wilden ook graag uit eten. Restaurants waren super tevreden. Het was onze beste editie ooit.”

“Het is lastig om buiten je schuld om mensen te ontslaan. Dat voelt als je eigen ledematen amputeren.”

Continuïteit

De omzet van de maand september is zo hoog dat Diningcity goed bij kas zit voor de komende acht maanden. Door goed te sparen, geen overbodige uitgaven te doen en te werken met een klein team, waarborgt van den Brink de continuïteit van zijn onderneming.

Corona brengt ook goede dingen. Een aantal innovatieve ideeën bij Diningcity komen door de crisis in een stroomversnelling terecht. Van den Brink investeert alleen in zaken die ook na de lockdown stand houden. Zo lanceren ze in december 2020 Cheflix: unieke online masterclasses van de beste Michelin sterrenchefs die je de sterren van de hemel leren koken met ingrediënten uit de supermarkt.

Persoonlijke drive

“Als ondernemer hou ik ervan om iets verder te denken. Ik vind het leuk om 6 – 12 maanden vooruit te denken. Hoe ziet je markt er dan uit? Wat zijn de strategische opties? Internationalisering? Van niets iets maken. Je moet de grootste zijn. Alleen de allergrootste partijen gaan overleven.”

Van den Brink heeft dit jaar veel meer energie als vorig jaar. En dat terwijl de business zo goed als plat ligt, hoe kan dat? “Ik denk dat dat ondernemers eigen is. Juist wanneer de zaken wat gaan wringen, leef ik op.” Een rasechte ondernemer.

Ondernemerslessen

  • Gewoon doen! Als je een idee hebt, boldly go and just do it!
  • Huur kennis in voor zaken waar je weinig vanaf weet en bezuinig daar niet op. Als het significant belangrijk is, bezuinig dan niet op een adviseur. If you pay peanuts, you get monkeys.

 

Interview: Kees de Jong en Hans Scheffer tijdens het Upstream festival 2020

Interview: Kees de Jong en Hans Scheffer tijdens het Upstream festival 2020

Van 21 tot en met 27 september veranderde de Metropoolregio Rotterdam in de plek waar startups, scale-ups, investeerders, gedurfde corporates, beleidsmakers en studenten samenkwamen om een ​​positieve impact te maken in de wereld. Upstream bood toegang tot financiering, nieuwe markten en talent voor ondernemers die hun bedrijf willen opschalen. Nlgroeit was partner van dit mooie festival.

“The bottleneck is always on top of the bottle.”

Kees en Hans geven aan dat opschalen van een onderneming begint bij de ondernemer zelf, hierna volgt je team en daarna het bedrijf. De persoonlijke ontwikkeling van de ondernemer is zeer belangrijk voor de groei van het bedrijf, vaak zit het knelpunt aan de top.  Daarnaast benoemt Kees het voordeel van een mentortraject, een ervaringsdeskundige, iemand die begrijpt wat je meemaakt, die in jouw schoenen heeft gestaan en daardoor precies kan aangegeven wat je volgende stappen moeten zijn.

 

Hoe mentor Arthur Oudshoorn groei-ondernemer Jacquelien van der Lem helpt met het opschalen van haar bedrijf

(op de foto het kernteam van Lemtech van links naar rechts: Jacquelien van der Lem, Johanna Mol en Randolph Soerodikromo)

Kans op groei gegrepen

Mijn bedrijf is lang in de pioniersfase gebleven. Ik wilde mijn passie uitvoeren en betere arbeidsomstandigheden voor de medewerkers in de metaalsector creëren. Ik hield me vooral bezig met research, het verbeteren van installaties en het bieden van de juiste (betaalbare) oplossing. Toen de productiemaatschappij Teka ons in 2010 vroeg als exclusief importeur voor de Benelux, heb ik de kans op groei aangegrepen. Eerder bewerkte Lemtech voor hen alleen Noord,  Oost en West Nederland. Dit deel van het land liet een hele mooie groei zien, terwijl het deel wat wij niet deden, achterbleef.

Groei dankzij de crises

Ook namen ondernemers door de crisis meer tijd om de stofproblematiek serieus aan te pakken en gunden zich meer tijd om referenties te bezoeken en met andere ondernemers in gesprek te gaan over hun aanpak. Lemtech kwam daarbij meer in beeld. Er kwam personeel bij en ook door focus op samenwerking met partners kwam ik echt in een groeifase. Inmiddels zijn we met 6 mensen en vier vaste  flex ‘collega’s’ die, onderhanden, de montage voor ons verzorgen.

Je “kind” uit handen geven

We zitten nu tussen de managementfase en de organisatiefase. Ik moet nu zelf gaan loslaten en meer intern gaan regelen. Het personeel moet meer bewust worden van hun verantwoordelijkheden. Dat voelt toch een beetje als je kind uit handen geven. Belangrijk is daarbij om de juiste mensen op de juiste plaats te hebben.

Switch naar ondernemerschap

Ik wil graag verder groeien. Er liggen nog enorme kansen voor ons in de sector. Ik zoek er iemand bij die me gaat helpen om de lijnen uit te zetten. Met mijn mentor Arthur Oudshoorn van Applicon Biotechnology spar ik over hoe we de dingen nog slimmer kunnen doen en hoe we de juiste mensen kunnen aantrekken. Bij hen is dit vaak een organisch proces.  
Arthur was als techneut in loondienst bij een bedrijf met 35 mensen. Dit bedrijf heeft hij samen met twee andere techneuten overgenomen en zo heeft hij de switch naar het ondernemerschap gemaakt. Ze hebben in een paar jaar tijd het bedrijf enorm weten te vergroten. Ik vind het mooi om te horen hoe ze dit hebben gerealiseerd.

Houd het simpel

Arthur doet ook projecten net als wij. Hij heeft me het inzicht gegeven het simpel te houden. De werkzaamheden uit bouwstenen op te bouwen in plaats van te vaak nieuwe oplossingen uit te denken. Slimmer en efficiënter omgaan met je mensen. Dat is nodig om te kunnen groeien. Het is fijn om te kunnen sparren met een ondernemer die het allemaal al eens heeft meegemaakt. Er komt zeker een vervolggesprek. Ik ga dit goed voorbereiden met een duidelijke onderwerpenlijst die ik wil bespreken.

Goede koppies nodig

Goed personeel blijft belangrijk, maar goed technisch personeel is lastig te vinden. Ik heb al 2 jaar lang een vacature open staan voor een meewerkend projectleider E/W. Het is zo belangrijk om de jeugd te laten weten hoe leuk het is om in de techniek te werken. Techniek is echt niet meer alleen werken met je handjes. Er zijn juist ook goede koppies nodig. Er moet veel gebeuren alvorens een product gemaakt kan worden en een project uitgevoerd. Mijn zoon doet nu technische bedrijfskunde en begint nu te zien hoe leuk het is. Hij is sinds kort werkzaam bij Lemtech en wie weet waar dit nog toe kan leiden.

Niets is zo fijn als durven delen

Ik hoop dat wij in 2020 een groeifase verder zijn en dat de maakindustrie zich bewust is van de noodzaak van goede zorg voor het (vak)personeel. Ook hoop ik dat door normalisatie van filtertechniek er bij ondernemers meer vertrouwen is in het juiste product. Ik zou daarvoor willen zeggen: niets is zo fijn als durven delen, dan kunnen we gezamenlijk grotere stappen zetten!

Meer weten over Lemtech? Bezoek de website.

 

Groei zal moeten komen uit nieuwe businessmodellen

Jaap Logge van Logge: “We zijn gestart met ons nieuwe label Logge Circulair om ook compleet circulaire inrichtingen te maken. De groei zal voornamelijk in de circulaire inrichtingen liggen met de daarbij behorende nieuwe business modellen zoals bijvoorbeeld betalen voor gebruik. Jaap heeft inmiddels twee goede sessies achter de rug met zijn mentor. Via nlgroeit zijn de ondernemers aan elkaar gekoppeld.

“Groei zal voornamelijk komen uit nieuwe businessmodellen”

Jaap Logge over het nieuwe concept: “Aan het eind van de levensduur nemen wij de circulaire inrichting weer terug en hergebruiken het als grondstof voor een nieuw project. De klant ontvangt 10% van de materiaalwaarde retour als een soort statiegeld. Dat maakt het voor de klant aantrekkelijk om het gebruikte meubilair weer bij ons in te leveren.”

“Als mentor kun je zicht geven op een andere werkelijkheid.”

De groeivragen van Jaap hangen samen met het nieuwe label. Mentor Jan Boom: “Ik vind Jaap Logge een gedreven man die trots is op zijn bedrijf ondanks alle onzekerheden die ondernemen met zich meeneemt. Mooi om te horen hoe Jaap wil doorpakken, groeien en de handvaten grijpt die op zijn pad komen. Als je luistert hoe Jaap zijn onzekerheden wil omzetten in mogelijkheden, dan hoor je die gedrevenheid. Als mentor kun je alleen zicht geven op een andere werkelijkheid, een doel dat je ook droom kunt noemen.

“De hut moet draaien op de werkelijkheid van vandaag.”

Jan Boom: “Jaap stelt doelen, Jaap droomt van circulair inrichten van kantoren. Dat moet hij doen, dat is zijn passie. Maar de hut moet draaien op de werkelijkheid van vandaag. Dat is core business, dat is werken, dat is niet dromen. Dat is relatiebeheer, dat is klanten triggeren, dat is klanten uitdagen, dat is dicht naar de klant, dat is luisteren. Dat is je mensen meenemen in dit proces: welk (droom)project wil jij in het tweede halfjaar als medewerker maken, op welke potentiele opdracht zetten we onze focus? In een kleine organisatie moet je keuzes maken.”

“Medewerkers vragen naar hun droomproject.”

Jaap vult aan: “Uit de gesprekken met Jan heb ik interessante punten gehaald. Zo zijn we nu in voorbereiding om de mensen veel meer te betrekken bij de plannen door hen te vragen naar hun droomproject. Ook de suggestie van Jan om meer aan branding te doen, hebben we opgepakt. Er ligt nu een online marketing communicatieplan waarin het allemaal uitgewerkt staat. Wat mij betreft was het heel zinvol en ik zou graag nog eens willen afspreken om ons gesprek op gang te houden.”

Zie www.loggecirculair.nl

Logge staat sinds juni 2017 in de top drie van duurzaamste bedrijven.

Webinar | digitalisering van je salesproces

André Hagelen trapte het programma af met een plenaire kick-off over de kracht van het Sales Playbook. Vervolgens konden deelnemers kiezen uit twee van de vier breakoutsessies die gegeven werden door specialisten. 

De kracht van het Sales Playbook
Sales is niet meer wat het was. Door het internet is het salesproces veranderd. Klanten zijn veel beter op de hoogte van wat er allemaal is en de concurrentie is moordend. Alles en iedereen is veel zichtbaarder. Vroeger was sales afhankelijk van de individuele kwaliteit van de verkoper. Nu is het van belang dat er een goed strategisch sales proces staat, dat aansluit op marketing en waarbij verkopers weten wat ze het beste kunnen doen en zeggen, op welk moment. Andre Hagelen inspireert bedrijven om hun sales proces onder de loep te nemen. Hij laat zien hoe je juist in deze tijd je succeskans in sales duurzamer kunt vergroten met het “Sales Playbook”.

Het doel van het Sales Playbook is om sales eenvoudiger, leuker en succesvoller te maken. Het is bovendien een bewezen methode: met kleine veranderingen een enorme impact creëren. Het Sales Playbook is een digitaal document waarin je alles over je salesproces vastlegt: methodes, systemen, processen, afspraken etc. Vaak is het zo dat iedereen binnen een bedrijf sales op zijn/haar eigen manier doet en dat wil je voorkomen. Je wil met elkaar afstemmen wat de beste methode is en dat is vervolgens de rode draad voor iedereen.

Belangrijke ontwikkelingen in het salesproces
Anno 2021 worden bepaalde factoren in je (digitale) salesproces steeds belangrijker. Dit zijn de belangrijkste op een rijtje:

  • Wees snel. Verkopers die binnen 5 minuten of maximaal een uur reageren, hebben 3 tot 5 keer meer kans op een verkooptraject. ‘Maar hoe organiseer je dat?’
  • Maak het de klant extreem makkelijk om informatie te vinden. Als het te complex is, haken ze af. ‘Hoe is dat nu bij ons?’
  • Chatbots en Whatsapp. Hoe reageer je digitaal op wat de klant interessant vindt?
  • Creëer een sterk digitaal merk en een constante content flow.
  • Biedt klanten de mogelijkheid om snel in contact te komen met een verkoper, zodra ze daar behoefte aan hebben (inside sales, online of life meetings).

Benieuwd naar wat André Hagelen nog meer te vertellen heeft? De plenaire sessie kan je hier terugkijken.

Begin met het waarom

Simon Sinek schreef het boek ‘Begin met het waarom’. Hierin legt hij uit hoe je een effectieve leider wordt en hoe je tot verandering inspireert. Toen hij als marketeer werkte voor grote consumentenmerken, rijpte het idee langzaam in zijn hoofd. Totdat hij het concept ontdekte dat hij ‘the golden circle’ is gaan noemen, waarbij in de buitenste cirkel staat wat je doet (‘what’), in de middelste cirkel hoe je het doet (‘how’) en in de binnenste cirkel staat waaróm je het doet (‘why’).

De beste organisaties, zo bedacht Sinek, zijn die organisaties die een goed antwoord op die laatste vraag hebben. “Elke organisatie weet wat het doet, de meeste weten ook wel hoe ze het doen, maar slechts weinig organisaties weten ook waaróm ze het doen”, aldus de Britse managementgoeroe. “Winst maken is geen purpose, hooguit een resultaat. Het gaat om de vraag: waar doe je het voor? Waar kom jij je bed voor uit? En waarom zou dat iemand uitmaken?”

Zakenvrouw Elske Doets van het jaar: “Ga voor de top”

U geeft sinds 2001 leiding aan het reisbedrijf van uw vader. U bent succesvol als ondernemer en zakenvrouw van het jaar. Wat zijn voor u de belangrijkste succesfactoren?

“De belangrijkste succesfactoren zijn product, team, technologie en onze ongebruikelijke marketing. Onze kernwaarden staan hierbij centraal. Als mensen met ons op reis gaan, moeten ze meer beleven dan ze verwachten. Wij zorgen er bijvoorbeeld voor dat onze reizigers naar de Grand Canyon, er op het mooiste moment van de dag zijn. Wij bieden ze deze unieke beleving! Hierdoor is de klanttevredenheid zeer hoog en hebben wij veel herhaalklanten: zo’n 70% komt bij ons terug. Klanten zijn onze ambassadeurs.”

“Ons team doet dit werk met veel passie. Hierbij zijn de functies niet belangrijk, want we doen het echt samen. Technologie en internet vormen geen bedreiging. Integendeel, internet is mijn eerste lifeline. Niet puur voor transacties, want ik verkoop emotie. Internet en technologie zijn hulpmiddelen om dat kenbaar te maken. Het is heel belangrijk dat dit perfect is geregeld, zodat we altijd live zijn.”

“Marketing doen wij op een heel ongebruikelijke wijze. We maken eigenlijk heel weinig reclame. Onze marketing is altijd gericht op klantbeleving. We organiseren klantendagen, niet gericht op hard selling, maar op zintuigelijke beleving en het verrassen van de klant.”

“We zijn een familiebedrijf net als veel andere MKB-bedrijven. MKB’ers staan vaak met beide voeten in de klei, wat soms een valkuil is. Je bent hard in je bedrijf aan het werk. Toch moet je tijd nemen en nadenken over de toekomst. Het MKB is onterecht een ondergewaardeerde groep. Dat zie je ook in de politiek. Het gaat over grote bedrijven of over startups. Terwijl de economie juist drijft op het MKB.”

Op welke trends zou u in 2018 in willen spelen?

“Wij lopen altijd voor op trends. Ik zie het als een kans en bedreiging tegelijk dat de wereld steeds kleiner wordt. Je merkt dit bijvoorbeeld aan het Chinese massatoerisme: in Rome en Venetië is de drukte nu erg vervelend. Dat onderschatten mensen in de toeristische sector en ook de consument. Massatoerisme is een grote bedreiging voor het zien van mooie plekken. Dat zal dus gelimiteerd worden en duurder. Als specialist kan ik daar goed op inspelen.”

U bent groeiambassadeur bij nlgroeit. Heeft u zelf een mentor gehad?
“Zelf heb ik nooit een mentor gehad, ik ben een selfmade woman. Een mentor kan zeker helpen. Als sparringpartner, voor een analyse en voor verbeterpunten. Maar als ondernemer moet je zelf de vervolgstappen zetten.”

De omzet groeide sinds 2013 met 60% naar ruim 27 miljoen euro. Welke tips heeft u voor MKB-ondernemers die willen groeien?

“Belangrijk is om een erg positief doel te stellen. Nederlanders hebben toch een beetje: eerst zien, dan geloven. Een veelgemaakte fout is dat, als groei niet snel genoeg gaat, ondernemers iets anders gaan doen. Je moet focus houden. Je bedrijf is een plantje dat je water en zon moet geven, maar niet te veel. Het heeft de juiste aandacht nodig.”

“Groot, anticyclisch investeren. Het gaat nu goed met de economie, maar eigenlijk had je al moeten investeren. In 2008 hebben wij groot geïnvesteerd in technologie. Toen we groeiden, namen we geen extra mensen aan. De technologie ving dat op. Groot denken en risico’s nemen. Anders kom je niet vooruit.”

U doet niet aan vergaderen. Hoe werkt dat?

“Sinds 1999 vergaderen we niet. Ik introduceerde toen de kick-off talk. De communicatie was verticaal en ik merkte dat mensen blokkeerden. Ik wilde graag toegankelijke, horizontale communicatie. De kick-off talk bestaat uit harde en zachte elementen en kernwaarden. Harde elementen zijn cijfers, want we moeten wel geld verdienen. Ik ben niet de enige die praat, anderen praten ook. Ik kijk dan naar de teamleden. Het is goed om elke dag iedereen in de ogen te kijken. We bespreken alles in 10 minuten. Werkt goed en het is een mooi begin van de dag.”

U organiseert masterclasses voor ambitieuze jonge vrouwen. Waarom doet u dat?

“Mijn missie is het stimuleren van vrouwelijk ondernemerschap. In Nederland zijn er veel vrouwelijke ondernemers. Het aantal mannelijke en vrouwelijke ondernemers is gelijk, alleen de grootte van de onderneming is uit balans. Veel vrouwelijke ondernemers zijn eenpitters. Bij grote bedrijven is maar 6% aan de top vrouw. Nederland loopt daarin achter. Daarom heb ik de Young Lady Business Academy opgericht. Samen met andere powervrouwen wil ik jonge meiden laten zien dat ze de top kunnen bereiken als succesvolle onderneemster of zakenvrouw. De eerste academy was een geweldig succes. De tweede academy gaat op 27 november van start met onder andere Neelie Kroes en Annemarie Jorritsma.”

Bron: Kamer van Koophandel

“Afkijken is beter dan zelf het wiel uitvinden”

Tips & tricks voor internationaal ondernemen

Onze ondernemers hebben oplossingen voor wereldwijde uitdagingen. Van babymelkpoeder en de nieuwste bemestingsmachines voor de landbouw tot hypermoderne computerchips. En elke dag zijn jonge ondernemingen producten en diensten aan het ontwikkelen die rijp zijn om de wereld te veroveren.

Internationaal ondernemen is spannend, en het loont, als je voorbereid aan de start verschijnt. Daarom even wat tips voor een kickstart van jouw export avontuur.

Laten we dicht bij huis beginnen.

Veel ondernemers starten hun export reis in Duitsland. Terecht, het ligt naast de deur, de inwoners zijn er kapitaalkrachtig, en je kan terugvallen op een breed netwerk van collega-ondernemers die er al actief zijn. En toch zijn er enkele interessante verschillen.

  • Er zijn nog steeds veel Duitsers die bij voorkeur communiceren in hun eigen taal. Als je zelf Duits kan zullen deuren makkelijker opengaan.
  • Voor de start van een zakenbijeenkomst, praten we in Nederland eerst even over koetjes en kalfjes. In Duitsland volgen informele gesprekken later.
  • Hou het in eerste instantie zakelijk. Tijdens een kennismaking al vragen naar het privéleven van je zakenpartner, kan deze persoon in verlegenheid brengen.

Heb je de smaak van internationaal ondernemen te pakken en wil je je geluk buiten de Europese grenzen beproeven? Mexico zou een goede keuze kunnen zijn. Het land zal je met open armen verwelkomen, en het tekent al jaren economische groeicijfers op. Ook hier enkele tips voor een vliegende start. 

  • Bovenal, heb geduld. ‘Ahorita’ wordt vaak gebruikt en betekent ‘zo meteen’. Maar dit mag je met een korrel zout nemen. 
  • In tegenstelling tot in Duitsland kan je hier best een persoonlijke relatie ontwikkelen met je zakenpartner. 
  • Wees positief over Mexico. Mexicanen klagen graag over hun eigen land, maar houden er niet van dat je dat als buitenlander ook doet.

Tijd om andere horizonten te verkennen? Dan vliegen we naar het Midden-Oosten, naar Dubai. Het land van de hoogste toren ter wereld, de Burj Khalifa, van de artificiële eilanden, én het land van de Wereldexpo. Dubai groeit razendsnel en het is een aantrekkingspool voor jong talent. 

  • Maar talent is ook daar felbegeerd. Steek dus voldoende tijd en energie in het vinden van de juiste mensen ter plaatse.
  • In tegenstelling tot in Nederland eet bijna iedereen in Dubai dagelijks buitenshuis. Maak daar gebruik van om te netwerken.
  • In Dubai heerst een cash cultuur, hou dus altijd wat geld op zak. Geen nood, in de stad krioelt het van de ATM’s. 

Onze laatste bestemming is Vietnam. Het land staat niet alleen bekend om zijn oogverblindend mooie natuur en de metropolen Hanoi in het noorden en Ho Chi Minh City in het zuiden. Het kent ook al achttien jaar lang een economische groei van rond de zes procent. 

  • Vraag bij discussies altijd goed door. Men zegt snel ‘ja’, maar dat kan evengoed ‘nee’ betekenen. Wees hiervoor op je hoede.
  • Vietnamezen zijn gek op onderhandelen. Ga hier in mee en onderhandel tot de laatste snik. Het is de moeite waard.
  • Zowel qua taal als wetgeving is er een verschil tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Lees je dus goed in voor je iets onderneemt.

Zo zijn er nog tientallen landen met onwaarschijnlijk veel potentieel voor jouw product of dienst. Maar telkens geldt: een gewaarschuwd persoon is er twee waard. Lees over de cultuur, de gebruiken. Pluis het juridisch systeem uit, praat met experten en Nederlandse ondernemers die er al actief zijn. Zo heb je alvast voorsprong op je concurrenten. Global challenges? Dutch solutions.

Deze bijdrage is geschreven door Bregt Timmerman van NLinBusiness. Zij helpen groeiondernemers bij internationaal ondernemen.

https://www.nlgroeit.nl/kennisaanbod/internationalisering/nlinbusiness